NJB 2009, 719
HR, 10-03-2009, nr. 07/11939 B
HR 10-03-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG8959
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 maart 2009
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Savornin Lohman en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/11939 B
- Conclusie
A-G Schipper
- LJN
BG8959
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG8959, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG8959, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑03‑2009
- Wetingang
Sv art. 94
Uitspraak
Onder de klager was in beslag genomen een geldbedrag van € 10 900 en 6o Zwitserse Francs.
De rechtbank wees zijn beklag af omdat de klager niet buiten redelijke twijfel als rechthebbende op/eigenaar van de geldbedragen kon worden beschouwd.
Vaststond, ook volgens de rechtbank, dat het belang van de strafvordering het voortduren van het beslag niet vorderde.
In zo'n geval moet de rechter gelasten dat het in beslag genomen voorwerp (in dit geval de geldbedragen) worden teruggegeven aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van het voorwerp of de voorwerpen moet worden beschouwd (vgl. HR 25 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.