NJ 2009, 148
HR, 27-01-2009, nr. 07/11387
HR 27-01-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BG4245, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 januari 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.P. Balkema, J.W. Ilsink, J. de Hullu, W.F. Groos
- Zaaknummer
07/11387
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
M.J. Borgers
- LJN
BG4245
- JCDI
JCDI:ADS154907:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG4245, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑01‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG4245, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑01‑2009
- Wetingang
Sv art. 365a lid 2 Sv en 437 lid 2 Sv
Essentie
Een raadsman die vindt dat processtukken niet volledig zijn — waaronder een ontbrekende aanvulling van de bewijsmiddelen als bedoeld in art. 365a lid 2 Sv — moet binnen de in art. 437 lid 2 Sv genoemde termijn schriftelijk om aanvulling verzoeken bij de rolraadsheer van de Hoge Raad (vgl. HR NJ 2004, 465 en — nu ook — art. IV lid 3 van het Procesreglement van de Strafkamer van de Hoge Raad 2008, Stcrt. 147). In casu is niet gebleken dat dat is gebeurd, zodat de (terecht voorgestelde) klacht niet tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.