JOW 2009, 25
draagkrachtverweer; motivering; uitdrukkelijk voorgedragen verweer
HR 13-01-2009, ECLI:NL:PHR:2009:BG4944
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 januari 2009
- Magistraten
Koster, Thomassen, Groos
- Zaaknummer
07/11562 P
- Conclusie
A‑G Bleichrodt
- LJN
BG4944
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG4944, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑01‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG4944, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2009
- Wetingang
Essentie
draagkrachtverweer; motivering; uitdrukkelijk voorgedragen verweer
Samenvatting
Hoewel de draagkracht in een ontnemingsgeding alleen met vrucht aan de orde kan worden gesteld indien aanstonds duidelijk is dat de betrokkene op dat moment en in de toekomst geen draagkracht heeft en zal hebben en dus aan de motivering van de verwerping van en dergelijk verweer geen hoge eisen worden gesteld, zal op straffe van nietigheid op een zodanig verweer, indien dat uitdrukkelijk is voorgedragen en met argumenten is ondersteund, wel moeten worden geantwoord. Dat vloeit voort uit het ingevolge art. 511e eerste lid, Sv in de ontnemingsprocedure van toepassing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.