RvdW 2009, 193
HR, 13-01-2009, nr. 07/11322
HR 13-01-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG4829
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 januari 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
07/11322
- Conclusie
A-G Schipper
- LJN
BG4829
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG4829, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG4829, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑01‑2009
- Wetingang
Essentie
De verdediging heeft bij preliminair verweer aangevoerd dat de dagvaardingen/oproepingen in eerste aanleg nietig zijn. Het Hof heeft op de voet van art. 283, vierde lid, Sv aanstonds omtrent het gevoerde verweer beraadslaagd en beslist. Het verweer is verworpen.De klacht dat de motivering van die beslissing niet voldoet aan het in art. 359, tweede lid tweede volzin, Sv gegeven motiveringsvoorschrift, stuit het af op de omstandigheid dat het hier een verweer betreft als bedoeld in art. 358, derde lid, Sv. Dienaangaande geldt het motiveringsvoorschrift van de eerste volzin van art. 359, tweede ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.