NJB 2009, 203
HR, 23-12-2008, nr. 00492/07
HR 23-12-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BF3197
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 2008
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema en Thomassen
- Zaaknummer
00492/07
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BF3197
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BF3197, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF3197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2008
- Wetingang
Essentie
Het gerechtshof had het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging omdat, kort samengevat met de executie van het vonnis van de rechtbank een aanvang was gemaakt terwijl dat vonnis nog niet in kracht van gewijsde was gegaan. De verdachte had volgens zijn raadsman van 12 augustus 2005 tot en met 6 december 2005 vastgezeten ‘op basis van het niet onherroepelijke vonnis in de onderhavige zaak’.
Het middel van de plaatsvervangend advocaat‑generaal bij het hof inhoudend dat het hof ten onrechte om die reden het OM niet-ontvankelijk had verklaard, slaagt:
2.3 Het oordeel van het Hof dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.