HR, 23-12-2008, nr. 08/02398 B
ECLI:NL:HR:2008:BG4411
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23-12-2008
- Zaaknummer
08/02398 B
- LJN
BG4411
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2008:BG4411, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2008
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2008:BG4411
ECLI:NL:HR:2008:BG4411, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑12‑2008; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2008:BG4411
- Vindplaatsen
Conclusie 23‑12‑2008
Inhoudsindicatie
Cassatieberoep beschikkingen. Volgens art. 445 Sv staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald. Nu in dat wetboek geen bepaling voorkomt volgens welke beroep in cassatie openstaat tegen een beschikking als bedoeld in art. 410a.4 Sv van de voorzitter van een gerechtshof om een ingesteld h.b. buiten behandeling te laten, kan de verdachte in het ingestelde beroep niet worden ontvangen (vgl. Kamerstukken I, 2005-2006, 30 320, C, p. 7).
Nr. 08/02398 B
Mr. Machielse
Zitting 11 november 2008
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1. Op 23 mei 2008 heeft de voorzitter op de voet van art. 410a lid 4 Sv beslist dat het hoger beroep tegen de veroordeling door de kantonrechter te Rotterdam van 6 december 2007 tot een geldboete van € 250,- voor het handelen in strijd met een in artikel 3 lid C Opiumwet, buiten behandeling wordt gelaten.
2. Mr. M. de Boorder, advocaat te 's-Gravenhage, heeft beroep in cassatie ingestekld en een schriftuur ingezonden, houdende twee middelen van cassatie.
4. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.
De Procureur-Generaal
Bij de Hoge Raad der Nederlanden
Uitspraak 23‑12‑2008
Inhoudsindicatie
Cassatieberoep beschikkingen. Volgens art. 445 Sv staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald. Nu in dat wetboek geen bepaling voorkomt volgens welke beroep in cassatie openstaat tegen een beschikking als bedoeld in art. 410a.4 Sv van de voorzitter van een gerechtshof om een ingesteld h.b. buiten behandeling te laten, kan de verdachte in het ingestelde beroep niet worden ontvangen (vgl. Kamerstukken I, 2005-2006, 30 320, C, p. 7).
23 december 2008
Strafkamer
nr. 08/02398 B
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Voorzitter van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 23 mei 2008 nummer 10/436560-07 in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969, zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M. de Boorder, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.
1.2. De Hoge Raad heeft kennisgenomen van het schriftelijk commentaar van de raadsman op de conclusie van de Advocaat-Generaal.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Volgens art. 445 Sv staat tegen beschikkingen beroep in cassatie alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald. Nu in dat wetboek geen bepaling voorkomt volgens welke beroep in cassatie openstaat tegen een beschikking als bedoeld in art. 410a, vierde lid, Sv van de voorzitter van een gerechtshof om een ingesteld hoger beroep buiten behandeling te laten, kan de verdachte in het ingestelde beroep niet worden ontvangen (vgl. Kamerstukken I, 2005-2006, 30 320, C, p. 7).
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 december 2008.