RvdW 2009, 166
HR, 23-12-2008, nr. 00492/07
HR 23-12-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BF3197
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
00492/07
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BF3197
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BF3197, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF3197, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2008
Essentie
Voortijdige executie niet onherroepelijke uitspraak betekent niet dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in vervolging in die zaak.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 25 september 2006, nummer 23/004717-05, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. D.J.P. van Omme, te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
1.1
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.