NJB 2009, 149
HR, 16-12-2008, nr. 07/13180
HR 16-12-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BF3803
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 december 2008
- Magistraten
Mrs. Koster, Van Dorst, De Savornin Lohman, Ilsink en De Hullu
- Zaaknummer
07/13180
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BF3803
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BF3803, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF3803, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑01‑2008
- Wetingang
Sv art. 359
Essentie
De verdachte werd na vrijspraak in eerste aanleg, in hoger beroep veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren, waarvan 40 uren voorwaardelijk wegens poging tot zware mishandeling (van zijn vader).
Het middel bevat de klacht dat het hof in strijd met het tweede lid van art. 359 Sv heeft gehandeld omdat het nagelaten heeft in het bijzonder de redenen op te geven waarom het is afgeweken van een door de verdediging naar voren gebracht uitdrukkelijk onderbouwd standpunt.
Dat standpunt hield in dat de verdachte ten onrechte in hoger beroep niet was vrijgesproken wegens (kort samengevat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.