RvdW 2009, 52
HR, 09-12-2008, nr. 07/11017
HR 09-12-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BF5557
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 december 2008
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.P. Balkema, J.W. Ilsink, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/11017
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BF5557
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BF5557, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF5557, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑11‑2007
- Wetingang
Sr art. 420bis, 420ter, 420quater
Essentie
1. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich in plaats X heeft schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen, onder meer door het verhullen en verbergen van verscheidene banksaldi, terwijl hij wist dat die saldi – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf. Zonder blijk te geven van een onjuiste rechtsopvatting heeft het hof kunnen oordelen dat deze misdrijven zijn begaan in de woonplaats van de verdachte, nu niet onbegrijpelijk is aangenomen dat de verdachte vanuit zijn woonplaats het beheer voerde over de banksaldi. Daarbij heeft de HR in aanmerking genomen dat het 'verbergen of verhullen' in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.