RvdW 2008, 581
HR, 27-05-2008, nr. S 03397/06 B, nr. S 03398/06 B
HR 27-05-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1369
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 mei 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
S 03397/06 B
S 03398/06 B
- Conclusie
wnd. A-G Bleichrodt
- LJN
BC1369
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC1369, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC1369, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑05‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2007
- Wetingang
Essentie
Gelet op de ernst van de misdrijven waarvan de apotheker wordt verdacht en gelet op de omstandigheid dat de belangen van patiënten redelijkerwijs niet kunnen worden geschaad door de inbeslagneming en het eventuele gebruik van het inbeslaggenomen materiaal in de strafzaak, heeft de rechtbank kunnen oordelen dat er sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden die leiden tot de doorbreking van het verschoningsrecht van een apotheker en het afgeleide verschoningsrecht van de eigenaar van de apotheek.
Samenvatting
Rechtbank: Het verschoningsrecht van klagers (apotheker en eigenaar van de apotheek) is in zoverre niet absoluut, dat zich zeer uitzonderlijke omstandigheden laten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.