RvdW 2008, 411
HR, 01-04-2008, nr. 03207/06
HR 01-04-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC6743
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 april 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03207/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC6743
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC6743, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑04‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC6743, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2008
Essentie
Getuige op niet toereikende gronden afgewezen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 18 april 2006, nummer 22/003864-05, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958, wonende te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te 's‑Gravenhage van 9 juni 2005 — de verdachte ter zake van 1., 2. en 3. telkens opleverende ‘opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, aanhef en onder C, van de Opiumwet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.