Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 377
HR, 25-03-2008, nr. S 02980/06
HR 25-03-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC7712
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 maart 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
S 02980/06
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
BC7712
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC7712, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑03‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC7712, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2007
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
OM-cassatie en undue delay. Reeds vanwege het tijdsverloop (6½ maand in eerste aanleg en bijna 4 jaar in hoger beroep) is in casu geen plaats voor niet-ontvankelijkheid van het OM.
Samenvatting
HR: Bij het verbinden van rechtsgevolgen aan overschrijding van de redelijke termijn is strafvermindering in de regel aangewezen. Voor niet-ontvankelijkheid van het OM is slechts in uitzonderlijke gevallen plaats, terwijl voor die beslissing zware motiveringseisen gelden (vgl. HR NJ 2000, 721). I.c. is tussen aanvang van de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn en de uitspraak in eerste aanleg zes en een halve maand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.