HR, 11-03-2008, nr. 03267/06

Documentgegevens:

HR 11-03-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC6140

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 11 maart 2008
Magistraten: Mrs. Corstens, Van Schendel en Thomassen
Zaaknummer: 03267/06
Conclusie: A-G Vellinga
LJN: BC6140
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2008:BC6140, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑03‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC6140, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2007
Wetingang: WED art. 1,; WED art. 2; WED art. 6; WED art. 23; WED art. 26; Sr art. 184

Essentie

Het hof sprak in hoger beroep de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde overtreding van art. 26 van de Wet op de economische delicten (WED) te weten dat hij opzettelijk niet voldaan had aan een vordering tot het tot stilstand brengen van het door hem bestuurde vervoermiddel met het oog op de naleving van de voorschriften gesteld bij of krachtens de Flora- en Faunawet.

Het middel bevat de klacht dat het hof bij zijn vrijspraak een onjuiste uitleg heeft gegeven aan de in de tenlastelegging gebezigde, aan art. 26 WED ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.