RvdW 2008, 296
HR, 04-03-2008, nr. 00083/07: Globaal opzet
HR 04-03-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC0780 (Globaal opzet)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 maart 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00083/07
- Conclusie
P-G Fokkens
- LJN
BC0780
- Roepnaam
Globaal opzet
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC0780, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑03‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC0780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2007
- Wetingang
Essentie
Vrijspraak medeplichtigheid aan doodslag berust op een verkeerde rechtsopvatting van het hof.
(i) Voor de bewezenverklaring van opzettelijke medeplichtigheid aan een misdrijf is onder meer vereist dat bewezen wordt dat verdachtes opzet (voorwaardelijk) was gericht op dat misdrijf; dat opzet omvat echter niet de precieze wijze waarop het misdrijf wordt begaan, ook niet nu in de tenlastelegging bij de omschrijving van het door de daders voorgenomen misdrijf alleen schieten als handeling ter uitvoering van het voornemen is genoemd.
(ii) ‘s Hofs oordeel ‘dat uit de wettige bewijsmiddelen zal moeten blijken dat een van de als plegers aangemerkte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.