NJ 2008, 424
HR, 19-02-2008, nr. 00292/07
HR 19-02-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2307
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 februari 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00292/07
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC2307
- JCDI
JCDI:ADS111792:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2307, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2307, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑04‑2007
- Wetingang
Essentie
Mede in aanmerking genomen dat selectie en waardering van het bewijsmateriaal aan het hof is voorbehouden, kon het hof volstaan met bevestiging van het vonnis, waarin de vrijspraak werd gemotiveerd. Het door de A-G aangevoerde bevat geen argumenten die niet door de overwegingen van de rechtbank werden bestreken.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 13 november 2006, nummer 22/000180-06, in de strafzaak tegen T.A.D. ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting ‘Ter Apel’ te Ter Apel.