JOL 2008, 103
HR, 12-02-2008, nr. 01225/07
HR 12-02-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC3787
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 februari 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01225/07
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
BC3787
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC3787, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC3787, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑2008
Essentie
Middel geeft onvoldoende aan op welk uitdrukkelijk onderbouwd standpunt wordt gedoeld.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage, van 10 april 2006, nummer 22/007222-04, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981, te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Dordrecht, van 18 november 2004 — de verdachte ter zake van ‘medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B (oud) van de Opiumwet, gegeven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.