JOL 2008, 64
HR, 29-01-2008, nr. 01826/06
HR 29-01-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2330
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 januari 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink, J. de Hullu,
- Zaaknummer
01826/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC2330
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC2330, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC2330, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑01‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑11‑2006
Essentie
Tegenstrijdigheid in bewijsmotivering van ondergeschikte betekenis.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Hertogenbosch van 16 maart 2006, nummer 20/007189-05, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964, te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te 's‑Hertogenbosch van 28 februari 2005 — de verdachte ter zake van 1. ‘diefstal, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.