NJB 2008, 396
HR, 22-01-2008, nr. 00503/07
HR 22-01-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1340
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 2008
- Magistraten
Mrs. Koster, Balkema en Van Dorst
- Zaaknummer
00503/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BC1340
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC1340, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC1340, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2008
- Wetingang
Wegenverkeerswet 1994 art. 9 lid 2; Sv art. 350; Sv art. 358; Sv art. 359
Essentie
Het gerechtshof sprak de verdachte in hoger beroep bij verstek vrij van het hem ten laste gelegde: een motorrijtuig besturen terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, en motiveerde die vrijspraak door te overwegen dat de verklaring van de verdachte afgelegd bij de politie: ‘Ik weet dat ik niet mag rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs’ geen ondubbelzinnige bekentenis was van de wetenschap dat zijn rijbewijs ten tijde van het begaan van het feit ongeldig was.
De steller van het middel komt daar tegen op met de klacht dat die voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.