RvdW 2008, 72
HR, 18-12-2007, nr. 02798/06
HR 18-12-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB5386
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 december 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
02798/06
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
BB5386
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB5386, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑12‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB5386, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑01‑2007
- Wetingang
Sr art. 72 lid 2 (oud); Sv art. 427
Essentie
OM-cassatie tegen niet-ontvankelijkverklaring wegens overschrijding redelijke termijn. Verdachte is vrijgesproken van het primair tenlastelegde misdrijf en vervoordeeld ter zake de subsidiair tenlastegelegde overtreding. In cassatie is de overtreding inmiddels verjaard. In aanmerking dat a) het OM in eerste aanleg vrijspraak heeft gevorderd van het primair tenlastegelegde, terwijl het niet in hoger beroep is gekomen van het vonnis waarbij de verdachte van dat feit is vrijgesproken, en b) het recht tot strafvordering van het subsidiair tenlastegelegde feit wegens verjaring is vervallen, terwijl de schriftuur niet inhoudt dat en waarom nochtans verdere vervolging ter zake van het primair tenlastegelegde zou zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.