NJ 2008, 22
HR, 11-12-2007, nr. 02082/06
HR 11-12-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB3055
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 december 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02082/06
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BB3055
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB3055, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑12‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB3055, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑12‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑11‑2006
- Wetingang
Sv art. 408
Essentie
Gelet op de brief van zijn raadsman was verdachte op 15 april 2005 op de hoogte van het tegen hem bij verstek gewezen vonnis, zodat hij niet-ontvankelijk is in zijn eerst op 3 mei 2005 ingestelde hoger beroep. Het talmen van de raadsman komt voor risico van verdachte.
Samenvatting
Brief raadsman van 15 april 2005: In de zaak met parketnummer 18/050886-03 is cliënt veroordeeld tot een werkstraf van 90 uur. Hij houdt vol onbekend te zijn met het vonnis en de beschikking tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis. Ik verzoek om toezending van het uitreikingsblad, waarop vermeld zou ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.