NJ 2008, 327
HR, 20-11-2007, nr. 02209/06
HR 20-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BB2884, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 november 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, W.A.M. van Schendel, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02209/06
- Conclusie
wnd. A-G Bleichrodt
- Noot
Y. Buruma
- LJN
BB2884
- JCDI
JCDI:ADS111726:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BB2884, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BB2884, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2006
- Wetingang
Sv art. 67 lid 1, 138a, 151a, 151b lid 1 (oud); Besluit DNA-onderzoek in strafzaken art. 1 lid 1 (oud), 10 (oud), 16 (oud), 17 (oud)
Essentie
Het stond de officier van justitie op grond van art. 151a (oud) Sv en art. 151b, eerste lid, Sv vrij om in een zaak waarin de verdachte op dat moment als verdachte was aangemerkt van een misdrijf als bedoeld in art. 151b, eerste lid, Sv, in het belang van het onderzoek te bevelen dat van de verdachte celmateriaal werd afgenomen ten behoeve van een DNA-onderzoek en om het NFI te verzoeken een vergelijkend DNA-onderzoek te verrichten. De resultaten van het DNA-onderzoek zijn daarom rechtmatig verkregen. Dat de zaak naar aanleiding waarvan DNA-materiaal is afgenomen is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.