NJB 2007, 2355
HR, 13-11-2007, nr. 01543/06, nr. 01545/06, nr. 01546/06, nr. 01548/06, nr. 01550/06, nr. 01552/06, nr. 01553/06, nr. 01555/06
HR 13-11-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA2553
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 november 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, Van Schendel, De Hullu, Thomassen en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01543/06
01545/06
01546/06
01548/06
01550/06
01552/06
01553/06
01555/06
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
BA2553
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA2553, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑11‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA2553, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑07‑2006
- Wetingang
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten art. 6; Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten art. 36; Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten art. 38; Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten art. 40; Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten art. 61; Wet getuigenbescherming van 28 september 2006
Essentie
Wegens medeplegen van opzettelijke en wederrechtelijke vernieling werd elk van de verdachten in deze zaken in hoger beroep veroordeeld tot een geldboete van € 300 en een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Het betreft in deze zaken — betrekkelijk tot het optreden van dierenrechtenactivisten bij het vernielen van een hekwerk — de vraag hoe het werk van de AIVD en dat van de opsporingsinstanties zich tot elkaar verhouden. Een ambtsbericht van de AIVD aan het Openbaar Ministerie was aanleiding voor het laatste om een onderzoek te starten naar een groepering van deze activisten die zich mogelijk schuldig zou (gaan) maken aan strafbare ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.