JOL 2007, 730
HR, 06-11-2007, nr. 02494/06
HR 06-11-2007, ECLI:NL:HR:2007:BB4938
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 november 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
02494/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BB4938
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BB4938, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BB4938, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑11‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑01‑2007
Essentie
Bewijsmotivering bij bekennende verdachte.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 29 mei 2006, nummer 22/007341-04, in de strafzaak tegen: [Verdachte], geboren te [geboortedatum] op [geboortedatum] 1941, te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Rotterdam van 8 juni 2005 — de verdachte ter zake van ‘overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994’ veroordeeld tot twee weken gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.