NJ 2008, 114
HR, 30-10-2007, nr. 03394/06 B
HR 30-10-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA5665
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
03394/06 B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BA5665
- JCDI
JCDI:ADS154826:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA5665, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA5665, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑01‑2007
- Wetingang
Essentie
Hetgeen de Rechtbank heeft vastgesteld kan de gevolgtrekking dat te dezen sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden op grond waarvan het verschoningsrecht van de notaris dient te wijken zoals bedoeld in NJ 2005, 353, niet dragen. Dit leidt evenwel niet tot cassatie. De inbeslaggenomen voorwerpen zijn in het kader van de strafzaak tegen een aantal verdachten in beslag genomen. Deze voorwerpen zijn later eveneens in beslag genomen in de strafzaak tegen de notaris zelf. Bij beschikking van heden (00147/07B) heeft de HR het door de notaris ingestelde cassatieberoep verworpen. De verwerping van dat beroep brengt mee dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.