RvdW 2007, 876
HR, 09-10-2007, nr. 02559/06 A
HR 09-10-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA7919
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02559/06 A
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BA7919
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA7919, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA7919, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2007
Essentie
Antilliaanse zaak. Hof hoeft niet te motiveren waarom ter zitting ingetrokken verklaringen van getuigen die tevens medeverdachten zijn, voor het bewijs worden gebruikt.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 23 mei 2006, nummer 900.575/05, in de strafzaak tegen: [Verdachte], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in Het Huis van Bewaring op Curaçao.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.