NJB 2007, 1135
HR, 24-04-2007, nr. 01210/06
HR 24-04-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ8783
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 april 2007
- Magistraten
Mrs. Corstens, Balkema, Ilsink, De Hullu en Thomassen
- Zaaknummer
01210/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AZ8783
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ8783, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑04‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ8783, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑04‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑07‑2006
- Wetingang
Essentie
Het middel behelst de klacht dat het in drie bewezenverklaringen opgenomen opzet niet kan volgen uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen. Het opzet dat in het middel bedoeld wordt, betreft de kennis van de wettelijke verplichtingen die overtreden zijn. Een daarvan is dat de verdachte als werkgever op bepaalde tijdstippen in Nederland ‘telkens opzettelijk niet de aanvang van werkzaamheden door een verzekerde in de zin van art. 1 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen heeft meegedeeld aan het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen’.
Niet wordt bestreden dat de aanvang der werkzaamheden opzettelijk niet is opgegeven maar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.