JOL 2007, 246
Onvoldoende bewijs opzettelijk voordeel trekken uit bijstandsfraude.
HR 03-04-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ8364
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 april 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
01445/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AZ8364
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ8364, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ8364, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑04‑2007
Essentie
Onvoldoende bewijs opzettelijk voordeel trekken uit bijstandsfraude.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 27 april 2005, nummer 21/005785–03, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Utrecht van 4 december 2003 — de verdachte ter zake van 'opzettelijk uit de opbrengst van enig door misdrijf verkregen goed voordeel trekken, meermalen gepleegd' veroordeeld tot zes maanden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.