RvdW 2007, 346
Vervolging na dwangsommen: geen ne bis in idem.
HR 20-03-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ7078 (lozing Petroleumhaven)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00762/06
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AZ7078
- Roepnaam
lozing Petroleumhaven
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ7078, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ7078, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2006
- Wetingang
Sr art. 68; IVBP art. 14 lid 7; Awb afd. 5.4
Essentie
Het Openbaar Ministerie verliest het recht tot strafvervolging van verdachte inzake twee bewezenverklaarde feiten niet door de enkele omstandigheid dat in verband met die feiten twee dwangsommen ex Afdeling 5.4 van de Algemene Wet bestuursrecht zijn ingevorderd. Voor zover het middel een ruimere uitleg voorstaat van het ne bis in idem-beginsel en het una via-beginsel vindt die opvatting geen steun in het recht.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, Economische Kamer, van 1 juni 2005, nummer 22/005301–04, in de strafzaak tegen: H.N. Adv. mr. J.M. Sjöcrona, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.