NJB 2007, 597
HR, 20-02-2007, nr. 03562/05
HR 20-02-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ0692
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2007
- Magistraten
Mrs. Corstens, Balkema, Van Dorst, De Savornin Lohman en Thomassen
- Zaaknummer
03562/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AZ0692
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ0692, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ0692, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑04‑2006
- Wetingang
Sv art. 167a
Essentie
In het middel wordt ten eerste aangevoerd dat het OM niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard in de vervolging nu dit in strijd met het bepaalde in art. 167a Sv het minderjarig slachtoffer niet in de gelegenheid had gesteld haar mening over het gepleegde feit kenbaar te maken.
Het middel faalt omdat dit verzuim niet in de feitelijke instantie(s) is aangevoerd door de verdachte en diens raadsman die ter zitting in hoger beroep zijn verschenen en in cassatie niet voor het eerst met vrucht kan worden geklaagd over niet-naleving van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.