RvdW 2007, 241
Kennelijk bestemd in de zin van art. 46 lid 1 (oud) Sr. Grondslagverlating.
HR 20-02-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ0213 (Samir A.)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 februari 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
00447/06
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AZ0213
- Roepnaam
Samir A.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ0213, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ0213, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑02‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2006
- Wetingang
Sr (oud) art. 46 lid 1
Essentie
Verdachte is vrijgesproken van voorbereiding van terroristische aanslagen op onder meer de Kerncentrale Borssele en de Tweede Kamer. HR: Bij de beantwoording van de vraag of de in art. 46 lid 1 (oud) Sr vermelde voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen (hierna gezamenlijk ook als ‘voorwerpen’ aan te duiden), afzonderlijk of gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ‘kennelijk bestemd’ zijn tot het begaan van het misdrijf in de zin van deze bepaling, kan niet worden geabstraheerd van het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik van die voorwerpen voor ogen had. Het Hof, dat heeft overwogen aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.