NJB 2007, 382
HR, 16-01-2007, nr. 00765/06B
HR 16-01-2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ2485
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 januari 2007
- Magistraten
Mrs. Koster, De Hullu en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00765/06B
- Conclusie
A-G Bleichrodt
- LJN
AZ2485
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:AZ2485, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2007
ECLI:NL:HR:2007:AZ2485, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑01‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2006
- Wetingang
Sv art. 116 lid 1; Sv art. 116 lid 3; Sv art. 552a
Essentie
Onder de Afdeling pandhuis van de gemeente Rotterdam is beslag gelegd op sieraden die aan haar ter belening waren aangeboden De officier van justitie heeft aan de Afdeling die als klaagster optreedt, te kennen gegeven dat hij/zij voornemens is de sieraden aan de bestolen eigenaar terug te geven. Daartegen richt zich het beklag dat de rechtbank ongegrond verklaarde omdat zij, de rechtbank, het niet onwaarschijnlijk oordeelde dat het belang van de strafvordering ‘nog steeds is gediend met het voortduren van het beslag’.
De Hoge Raad overweegt onder verwijzing naar zijn arrest van 4 juli 2006, NJ 2006, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.