NJB 2007, 96
HR, 05-12-2006, nr. 03555/05
HR 05-12-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY9214
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 december 2006
- Magistraten
Mrs. Koster, De Hullu en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03555/05
- Conclusie
P-G Fokkens
- LJN
AY9214
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY9214, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY9214, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑12‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2006
- Wetingang
Sv art. 422 lid 1; Sv art. 359
Essentie
Het hof heeft niet mede beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg. Dat is voorgeschreven bij art. 422 lid 1 Sv. Dit verzuim is in de wet niet uitdrukkelijk met nietigheid bedreigd en die nietigheid vloeit ook niet voort uit de aard van het voorschrift. Niet-naleving leidt slechts dan tot nietigheid als de verdachte door het verzuim in enig belang is geschaad. Dat daarvan sprake is, is noch gesteld noch gebleken. Daarom is het eerste middel tevergeefs voorgesteld.
Het tweede middel bevat de klacht dat het hof bij de strafoplegging acht heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.