NJ 2008, 68
HR, 28-11-2006, nr. 00098/06E
HR 28-11-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY8324, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 november 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, J.W. Ilsink, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
00098/06E
- Conclusie
A-G Vellinga
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AY8324
- JCDI
JCDI:ADS154726:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY8324, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑11‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY8324, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑11‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑03‑2006
- Wetingang
Essentie
Verdachte is door het Hof op dezelfde dag zowel veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren als tot het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte voor de duur van 120 uren. Hoewel uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever in art. 22c lid 2 Sr de duur van de taak- en werkstraf heeft beperkt tot respectievelijk 480 en 240 uren, voorziet de wet in geval van samenloop niet in een nadere maximering. Daarom geeft de strafoplegging van het Hof niet blijk van miskenning van art. 22c, 57 en 63 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.