NJ 2006, 580
Beklag. Onderzoek naar rechthebbende op het inbeslaggenomen voorwerp.
HR 17-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY7766
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02013/05B
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AY7766
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY7766, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY7766, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑02‑2006
- Wetingang
Essentie
Indien de rechter van oordeel is dat handhaving van het beslag niet langer nodig is voor het veiligstellen van de belangen waarvoor art. 94 Sv inbeslagneming toestaat, dient hij te onderzoeken of het inbeslaggenomen voorwerp dient te worden teruggegeven aan de klager, omdat deze redelijkerwijze als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd. In het oordeel van de Rechtbank dat de klaagster de stelling dat zij eigenaresse/rechthebbende van het inbeslaggenomen geldbedrag is, niet voldoende heeft onderbouwd, ligt besloten dat de Rechtbank zulks heeft onderzocht.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.