JOL 2006, 553
Motiveringseisen bij bekennende verdachte.
HR 26-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY0113
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 september 2006
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
02476/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AY0113
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AY0113, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AY0113, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑09‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑12‑2005
Essentie
Motiveringseisen bij bekennende verdachte.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 18 maart 2005, nummer 21/001888–04, in de strafzaak tegen [Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Utrecht', te Nieuwegein.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Utrecht van 9 maart 2004 — de verdachte ter zake van 'poging tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.