AB 2007/2
Gebruik voor bewijs in het kader van bestuurlijk toezicht door verdachte zelf verzamelde gegevens uit bedrijfsafvalwaterrapportage (BAWR); het gebruik van deze BAWR-gegevens in het kader van een punitieve sanctie is niet in strijd met het nemo tenetur-beginsel van art. 6 EVRM.
HR 19-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV1141, m.nt. M.P. Jongma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 september 2006
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00895/05E
- Conclusie
A-G Knigge
- Noot
M.P. Jongma
- LJN
AV1141
- JCDI
JCDI:ADS61493:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - vergunningen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV1141, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV1141, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑09‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑07‑2005
- Wetingang
Essentie
Gebruik voor bewijs in het kader van bestuurlijk toezicht door verdachte zelf verzamelde gegevens uit bedrijfsafvalwaterrapportage (BAWR); het gebruik van deze BAWR-gegevens in het kader van een punitieve sanctie is niet in strijd met het nemo tenetur-beginsel van art. 6 EVRM.
Samenvatting
In het Nederlands recht is niet een onvoorwaardelijk recht of beginsel verankerd dat een verdachte op geen enkele wijze kan worden verplicht tot het verlenen van medewerking aan het verkrijgen van voor hem mogelijk bezwarend bewijsmateriaal. Wel brengt het aan art. 29 Sv ten grondslag liggende beginsel mee dat een verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.