NJ 2007, 336:Terrorisme-zaak. Verhouding BVD-onderzoek en strafrechtelijk onderzoek. Controle en toetsing door de strafrechter.

NJ 2007, 336

Terrorisme-zaak. Verhouding BVD-onderzoek en strafrechtelijk onderzoek. Controle en toetsing door de strafrechter.

Documentgegevens:

HR 05-09-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV4122, m.nt. T.M. Schalken

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 5 september 2006
Magistraten: Mrs. C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen
Zaaknummer: 01422/05
Conclusie: A-G Machielse
Noot: T.M. Schalken
LJN: AV4122
JCDI: JCDI:ADS117202:1
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2006:AV4122, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV4122, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑09‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑08‑2005
Wetingang: Sr art. 139a; Sr art. 139b; Sr art. 139c; Sr art. 140; Sv art. 359a;; EVRM art. 6;; Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 art. 8; Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 art. 23; Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 art. 24 lid 2

Essentie

1. De wetgever onder de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (hierna: WIV 1987) zag voor de toetsing van de werkzaamheden van de BVD voor de rechter geen structurele rol weggelegd. Dat neemt niet weg dat in een strafprocedure waarin van de BVD afkomstig materiaal voor het bewijs wordt gebruikt, moet zijn voldaan aan de eisen van een eerlijk proces en dat de rechter dat moet toetsen.

2. Zowel onder de vigeur van de WIV 1987 als onder die van de WIV 2002 bestaat in beginsel geen bezwaar tegen het gebruik in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.