RvdW 2006, 702
Gedeeltelijke verjaring bij bijstandsfraude.
HR 20-06-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW2535
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 juni 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
02314/05
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AW2535
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW2535, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW2535, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑06‑2006
Essentie
Gedeeltelijke verjaring bij bijstandsfraude.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 september 2004, nummer 23/003719–01, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1942, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Amsterdam van 14 februari 2001 — voorzover aan 's Hofs oordeel onderworpen — de verdachte ter zake van 1. 'valsheid in geschrift, meermalen gepleegd' en 2. 'enig gegeven verzwijgen, met het oogmerk om aldus voor zichzelf bijstand ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.