NJ 2006, 366
Verjaringstermijn bij overtredingen is ten hoogste 4 jaar.
HR 30-05-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV0359, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 mei 2006
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
02584/02 E II
- Conclusie
A-G Vellinga
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AV0359
- JCDI
JCDI:ADS127080:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV0359, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑05‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV0359, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑05‑2006
- Wetingang
Essentie
De verjaringstermijn voor een overtreding op grond van het nieuwe art. 72 Sr beloopt ten hoogste twee maal twee jaar. Het recht tot strafvervolging is in de onderhavige zaak, waarin de verjaring was geschorst hangende de beantwoording van prejudiciële vragen, derhalve verjaard.
Voorgaande uitspraak
Arrest
ten vervolge op het arrest van de Hoge Raad van 23 december 2003, waarbij aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen een prejudiciële beslissing is gevraagd met betrekking tot vragen, gerezen bij de beoordeling van het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Economische Kamer, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.