JOL 2006, 305
HR, 09-05-2006, nr. 01137/05
HR 09-05-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV0316
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 mei 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01137/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AV0316
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV0316, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑05‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV0316, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑05‑2006
- Wetingang
Sr art. 321
Essentie
Middel dat bewezenverklaring berust op één proces-verbaal van politie met de verklaring van één getuige mist feitelijke grondslag.
Verwant oordeel
Zie ook:
LJN: AV0316
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 7 maart 2005, nummer 21/000885-04, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972, wonende te [woonplaats].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
1.1
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Utrecht van 2 februari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.