JOL 2006, 256
Klacht over niet naleving van art. 359 lid 2 (nieuw) Sv in middel onvoldoende geconcretiseerd.
HR 18-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AU8913
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 april 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
01065/05
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AU8913
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU8913, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑04‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU8913, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2005
Essentie
Klacht over niet naleving van art. 359 lid 2 (nieuw) Sv in middel onvoldoende geconcretiseerd.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 11 maart 2005, nummer 21/003840–04, in de strafzaak tegen [Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1954, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Utrecht van 15 juni 2004 — voorzover aan 's Hofs oordeel onderworpen — de verdachte ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.