RvdW 2006, 428
Art. 359 lid 3 Sv niet van toepassing als vrijspraak is bepleit.
HR 18-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AV1146
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 april 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01034/05
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AV1146
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AV1146, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑04‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AV1146, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑04‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑06‑2005
- Wetingang
Essentie
Verkorte uitwerking bewijsmiddelen bij bekennende verdachte. Art. 359 lid 3 Sv kan geen toepassing vinden als door of namens de verdachte ter terechtzitting vrijspraak is bepleit.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 31 maart 2005, nummer 21/000424–04, in de strafzaak tegen E.M. de B. Adv. mr. J. Kuijper te Amsterdam.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Arnhem van 24 december 2003 — de verdachte ter zake van 'diefstal, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.