NJ 2007, 525
HR, 28-02-2006, nr. 01437/05A
HR 28-02-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU9381, m.nt. D.H. de Jong
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 februari 2006
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01437/05A
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
D.H. de Jong
- LJN
AU9381
- JCDI
JCDI:ADS111650:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU9381, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑02‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU9381, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑08‑2005
- Wetingang
EVRM art. 3; SVNA art. 39 lid 3, 39a, 300; Sr art. 10 lid 1
Essentie
Aan de verdachte, een verstandelijk gehandicapte man van 53 jaar met een IQ van 60, is een levenslange gevangenisstraf opgelegd. In de overwegingen van het Hof ligt besloten dat het Hof, gelet op de geestvermogens van de verdachte, heeft overwogen een tijdelijke gevangenisstraf op te leggen doch daarvan heeft afgezien en een levenslange gevangenisstraf heeft opgelegd omdat de verdachte als niet behandelbaar wordt aangemerkt en derhalve een groot recidivegevaar van de verdachte blijft uitgaan. De strafoplegging is, gelet daarop, onvoldoende gemotiveerd.
Samenvatting
De enkele omstandigheid dat de verdachte thans niet behandelbaar is, brengt op zichzelf niet mee dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.