RvdW 2006, 245
Opzet op het in het bezit hebben van kinderporno op de harde schijf van een computer.
HR 28-02-2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9104
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 februari 2006
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
00623/05
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AU9104
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AU9104, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AU9104, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑02‑2006
- Wetingang
Essentie
Bewezen is verklaard dat de verdachte op de harde schijf van een computer kinderporno ‘in bezit heeft gehad’. De woorden ‘in bezit heeft gehad’ zijn in de tenlastelegging klaarblijkelijk gebezigd in dezelfde betekenis als toekomt aan de daarmee overeenstemmende bewoordingen van art. 240b lid 1 Sr. Aangenomen moet worden dat het in bezit hebben van een afbeelding of gegevensdrager als in art. 240b Sr bedoeld slechts strafbaar is indien sprake is van opzet. Uit de bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat het opzet van de verdachte — al dan niet in voorwaardelijke vorm — was gericht op het in het bezit hebben ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.