NJ 2006, 109
De geheimhoudingsplicht van een verschoningsgerechtigde kan zich ook uitstrekken tot informatie afkomstig van een derde.
HR 24-01-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU4666
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 januari 2006
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00157/05B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AU4666
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU4666, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑01‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU4666, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑01‑2006
- Wetingang
Essentie
Klager is de raadsman van een minderjarige, verstandelijk gehandicapte jongen die wordt verdacht van ontucht met een zesjarig meisje. Op het kantoor van de klager heeft de rechter-commissaris een ‘dagboek’ in beslag genomen dat toebehoort aan de moeder van de verdachte. De Rechtbank heeft als haar oordeel tot uitdrukking gebracht dat ook de informatie die de moeder van de verdachte heeft verstrekt aan klager, heeft te gelden als wetenschap die aan de klager in het kader van zijn beroepsuitoefening is toevertrouwd. Dit oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De stelling dat ‘onder het verschoningsrecht uitsluitend brieven en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.