JOL 2005, 709
Leugenachtigheid verklaring verdachte niet op basis andere verklaringen verdachte.
HR 06-12-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3461
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 december 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
00820/05
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AU3461
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU3461, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU3461, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑12‑2005
Essentie
Leugenachtigheid verklaring verdachte niet op basis andere verklaringen verdachte.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 27 augustus 2004, nummer 21/002343–03, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in het Huis van Bewaring te Nieuwegein.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Arnhem van 21 mei 2003 — de verdachte vrijgesproken van het bij inleidende dagvaarding onder 11, 12 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.