NJ 2006, 193
Onbevoegd binnentreden door opsporingsambtenaren om veroordeelde aan te houden. Art. 359a Sv niet van toepassing.
HR 29-11-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3297, m.nt. Y. Buruma
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 november 2005
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
03260/04
- Conclusie
A-G Wortel
- Noot
Y. Buruma
- LJN
AU3297
- JCDI
JCDI:ADS116994:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bevoegdheden
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU3297, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU3297, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑11‑2005
- Wetingang
Essentie
Opsporingsambtenaren betreden ter aanhouding van een veroordeelde een woning tegen de wil van de bewoner op grond van een blanco machtiging. Verweer dat het openbaar ministerie in vervolging wegens op dat binnentreden volgende bedreiging van die ambtenaren door die veroordeelde niet-ontvankelijk is, is terecht verworpen nu het binnentreden niet plaatsvond in het kader van het onderzoek naar dat feit.
Samenvatting
Hof: De bewoonster (ex-vrouw van verdachte) gaf de verbalisanten geen toestemming tot binnentreden in haar woning (ter aanhouding van verdachte ter executie van een vonnis), waarna deze uit de auto een blanco machtiging haalden en deze voorlazen aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.