NJ 2006, 219
HR gaat om. Het proces-verbaal van de terechtzitting geldt voortaan ook als kenbron voor verklaringen van de verdachte, getuigen en deskundigen.
HR 22-11-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU1993, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 november 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03066/04
- Conclusie
A-G Knigge
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AU1993
- JCDI
JCDI:ADS117001:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU1993, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU1993, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑11‑2005
- Wetingang
Sv art. 326; Sv art. 341 lid 1
Essentie
Verschil in weergave verklaring van verdachte in het proces-verbaal van de terechtzitting en in de uitspraak. De HR gaat om. Net als bij verweren geldt het proces-verbaal van de terechtzitting voortaan ook als kenbron voor verklaringen van de verdachte, getuigen en deskundigen.
Samenvatting
Bij een verschil tussen de verklaring van de verdachte in het proces-verbaal van de terechtzitting en de weergave daarvan in het vonnis of arrest rijst de vraag welke daarvan prevaleert.
Indien de weergave vervat in de rechterlijke beslissing zonder meer beslissend zou zijn, is voor een beroep op denaturering van die verklaring in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.