NJ 2006, 192
Toebehoren in de zin van art. 321 Sr. Creditcard behorende bij een voorheen gemeenschappelijke rekening.
HR 08-11-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU1997, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03120/04
- Conclusie
A-G Knigge
- Noot
N. Keijzer
- LJN
AU1997
- JCDI
JCDI:ADS116995:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU1997, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU1997, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2005
- Wetingang
Sr art. 321
Essentie
Aan wie behoort een creditcard behorende bij een voorheen gemeenschappelijke rekening toe na beëindiging van de relatie tussen verdachte en diens ex-partner? Het oordeel van het Hof dat de creditcard aan de ex-partner toebehoorde in de zin van art. 321 Sr geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is evenmin onbegrijpelijk.
Samenvatting
Uit de bewijsmiddelen heeft het Hof kennelijk afgeleid dat de ex-partner van de verdachte een op zijn eigen naam gestelde creditcard aan de verdachte in gebruik heeft gegeven om met behulp daarvan bedragen ten laste van de gemeenschappelijke rekening te kunnen opnemen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.