NJ 2005, 328
Tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf is mogelijk bij strafbaar feit vóór het ingaan van de proeftijd.
HR 14-06-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT5752
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 juni 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
03236/04
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AT5752
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT5752, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT5752, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑06‑2005
- Wetingang
Sr art. 14c lid 1; Sr art. 14g; Sv art. 366a
Essentie
De tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf kan worden gelast als een nieuw strafbaar feit is begaan vóór het ingaan van de proeftijd (HR DD 93.009).
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 18 februari 2004, nummer 22/001127–03, in de strafzaak tegen A.H.D., adv. mr. J.P.C.M. van Es te 's-Gravenhage.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte ter zake van 1. 'diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.